
Ik maakte voor het eerst persoonlijk kennis met Yvonne Keuls op dinsdag 23 maart 1982 op Den Haag CS. Zij signeerde en ik maakte de foto die later gepubliceerd werd in Gedragen op de wind. Een rijk geïllustreerd schrijversprentenboek dat terecht de spotlights op haar richtte. Sinds die eerste ontmoeting kwamen we elkaar meestal in het voorbijgaan tegen. En altijd maakte ze tijd voor mij en de kids. Bijvoorbeeld op de Pasar Malam Besar en later de Tong Tong Fair.
Een artikel dat ik jaren geleden schreef over haar geslaagde optredens met Ernst Jansz kon ik razendsnel met haar aftikken: zij sprak, ik schreef en Yvonne dicteerde/redigeerde ter plekke.
Yvonne Keuls’ sociale romans raakten mij vanaf het begin. De betekenis van dat werk is ongekend. Ze zette door en liet zich niet van haar missie afbrengen.
Haar Indische werk was een enorme inspiratiebron voor mij. Een kleurrijke schrijfster met lef en een groot hart en rechtvaardigheidsgevoel.
Selamat jalan lieve #YvonneKeuls.
Familie, vrienden en iedereen die Yvonne Keuls dierbaar was, wens ik veel sterkte toe.
Op 29 mei 2004 schreef ik al een ode aan Yvonne Keuls, die ik hieronder graag nog een keer plaats.
Indische tantes
Yvonne Keuls heeft ze vereeuwigd in Indische tantes. Met haar onvergetelijke verhalen heeft zij vastgelegd wat bijna verdwenen is: de eerste generatie Indische Nederlanders die geruisloos is opgegaan in de Nederlandse samenleving. Ik kom ze nog wel eens tegen, die Indische tantes. Met name in de Haagse trams. Ik herken ze meteen. Ik hoef ze niet te zien. Ik hoor ze.
“Dat weer hier: om gek van te worden. Dan weer fris, dan weer warm. En als warm: pliket (plakkerig). Bosèn. In Malang was het goed. Warm, maar koel.”
De camera’s in lijn 2 registreren twee (voor deze tijd van het jaar) veel te dik aangeklede Indische dames. Oud, breekbaar en onafgebroken aan de praat.
“Je weet ik heb 8 kleinkinderen en 3 achterkleinkinderen. Belt mijn kleindochter op. Je kèn wel, die van Maureen. Oma, Jeffrey heeft een VMBO-advies gekregen. Ik sèg, ken niet. Jeffrey is een VWO kind. Hoe toch deze? Ik er naar toe. Gisteravond. Met Jeffrey gepraat. Op zijn kamer. Jagallag. TV aan. Computer aan. Muziek hard. Mobiele telefoon. Als wijlen mijn man nog leefde …Dat seg ik hem. Als mijn man nog leefde zou hij dit verbieden. Ken niet. Ajo, zo kan je niet leren. Je bent een VWO-kind, hoor je me. Wat doe je ons aan? Hij sèg: omi, omi, het is mijn leven ja. En hij is pas dertien. Soedah, hij is onvoordelig geboren, daarom nu pas naar de brugklas…
Wat neem jij? … hun Tahoe Telor is goed. Beter dan bij Dewi.”
Ik hoef niet te raden waarin het onderwerp is veranderd: Indische mensen praten (nog) altijd over eten en lijn 2 stopt bij winkelcentrum Leidsenhage. Toko Menuet is vandaag het eindstation.













